Een lange tijd hadden wij thuis geen auto. Daarom was fietsen in de winter de normaalste zaak van de wereld. Als tiener haatte ik het om in weer en wind op de fiets te moeten terwijl klasgenoten en vriendinnen door hun ouders werden gebracht. Ik vond het verschrikkelijk. Misschien is dit ook wel de reden dat ik mijn eigen kroost voor elk wissewasje met de auto breng.
Inhoud van dit blog
Nog eerder uit je bed
Fietsen in de winter, betekende vroeg opstaan. Maar vroeg opstaan en tieners gaat gewoon niet zo goed samen. Iets met je bioritme. Dus wat deed je? Je bleef zo lang mogelijk liggen. Wat haatte je het als je het eerste uur vroeg was opgestaan en op school ontdekte dat het eerste uur uitviel! Maar de winter had nog een extra nadeel: je moest nog vroeger opstaan dan anders om op tijd op school te zijn. Mijn moeder was namelijk gewoon het type moeder die vond dat ik best door de sneeuw kon fietsen. En als het glad was? Dan stapte je af en liep je dat stukje maar. Het was maar een kippeneindje.
Je ging op je plaat
Winterbanden op je fiets voor extra grip op een besneeuwd fietspad? Ze bestonden niet! Bovendien: als ze wel bestaan hadden, had ik ze vast niet gekregen. Vroeger waren ouders gewoon wat zuiniger en was elke extra vorm van luxe al snel onzin. Dus als het ijzelde en de wegen spekglad waren, glibberde je zo dapper mogelijk richting school. De fietspaden waren meestal wel gestrooid. Maar daar waar ze over gingen in klinkertjes loerde het gevaar. Als je een beetje slim was, fietse je niet als eerste in het groepje. Als je voorgangers dan op hun plaat gingen, had jij nog voldoende tijd om af te stappen en met je fiets aan de hand cool voorbij te glibberen.
Wachten in de kou
Als je iets verder van school woonde, reed je met een groepje. In je eentje fietsen deed je alleen als je geen vrienden had. Of als je te laat was. Dat kon natuurlijk ook. Maar elk normaal mens reed in een groepje dat elke dag op een bepaald tijdstip op verschillende plaatsen wachtte. Maar in zo’n vriendengroep had je altijd van die types die ‘s ochtends niet de snelsten waren. Waardoor jullie allemaal moesten wachten. Dat was vooral in de winter erg. Als het stroomde van de regen of het gewoon steenkoud was. Even binnenkomen zat er niet in. Daar zaten die andere ouders ook niet op de te wachten. De eerste paar keren wachtte ik nog solidair met de anderen. Ik wilde geen spelbreker zijn. Maar zodra je als club een briefje bij de conciërge moest halen omdat jullie te laat waren, sloeg de solidariteit om. Dikke doei, ik rijd wel in mijn eentje!
Plakkerig en bezweet
Kou was niet leuk, maar regen ook niet. Waarschijnlijk had je net zoals ik een regenpak die je echt alleen aantrok als het goot van de regen. Het zag er niet uit, maar je bleef wel droog. Als je je over de ergste schaamte had heen gezet, ontdekte je vaak dat andere klasgenoten ook ouders hadden die hun dit soort kleding lieten dragen. Dus voelde je je weer een beetje goed. Totdat je het uittrok en de zweetlucht je tegemoet kwam. Doordat regenkleding niet zo goed ademde, had je dan vaak het zweet op je rug staan en plakte het aan alle kanten. Daarom was je in zulke gevallen wel blij als het eerste uur uitviel. Tegen de tijd dat je dan de les in mocht, was de zweetlucht goed en wel verdwenen.
Scooter, scooter!
Als je 16 werd, ging er een wereld voor je open. Dan mocht je je scooterrijbewijs halen. En als je genoeg gespaard had met je krantenwijkje of baantje als vakkenvuller kon je dan ook een scooter kopen. Voor tienerdochters die tegenwoordig ver naar school fietsen, is een elektrische damesfiets een mooie uitkomst. Je bent er net iets sneller als het regent en je tegen de wind in moet. Bovendien heb je geen apart rijbewijs nodig.
1 Comment
Daisy
4 februari 2019 at 11:09Haha, ik had het er pas nog met percy over dat ik dan 10km door de sneeuw moest fietsen van en naar school, en dat me toen 2km voor huis de ketting van de fiets eraf was gegaan, kreeg hem er niet meer op, 2km door een sneeuwstorm naar huis lopen met fiets aan de hand is not funny!