Eerder deze week deelde ik het bevallingsverhaal van Miss G. Natuurlijk kon het bevallingsverhaal van Miss B. niet achterblijven. Zij werd 2 jaar en 1 maand na Miss G geboren. Tijdens de zwangerschap merkte ik al dat een tweede zwangerschap anders is. Zwanger zijn een peuter rond hebben lopen is eigenlijk best wel vermoeiend. Miss G. deed allang geen middagslaapjes meer dus het pakken van rustmomentjes was geen optie. Tijdens deze zwangerschap was ik moe. Maar hoe moe ik ook was, we gingen naar buiten. De paden op de lanen in. Van thuis zitten werd niemand beter. Benieuwd hoe het verder ging? Lees het in het bevallingsverhaal van Miss B.
Voordat twijfels konden toeslaan of ik van tweede kind net zo veel kon houden als van een eerste kind was ik zwanger. Niet helemaal gepland. Tuurlijk, ooit wilde ik heus wel een broertje of zusje voor Miss G maar momenteel gewoon even niet. Het ging hartstikke goed. Ik vond het leuk, maar in mijn planning zou ik wel weer aan een tweede kind beginnen als de eerste lekker naar de basisschool ging. Dat leek mij ideaal. Maar zoals het wel vaker in de praktijk gaat: je krijgt niet altijd wat je wilt, maar wel wat je nodig hebt. Toen kon ik niet vermoeden dat deze zusjes op den duur beste vriendinnetjes van elkaar zouden worden. En dat dit kindje qua karakter erg op mij zou lijken.
Inhoud van dit blog
Het begin van mijn bevallingsverhaal
Net zoals bij Miss G. was ik in de winter uitgerekend. Bij haar zus was het spannend of ze op mijn verjaardag geboren zou worden. Nu was het spannend of de baby met Kerst, Oud & Nieuw of misschien wel in het nieuwe jaar het levenslicht zou zien. De verloskundige kwam op een latere datum uit dan de gynaecoloog. Volgens hem zou het ergens rond 20 december zijn en dat vond ik prima want ik was doodop. De verloskundigenpraktijk waar ik toen bij zat, vond ik 3 keer niks. Men had alleen maar oog voor mijn baby en niet mij.
Op mijn laatste afspraak moest ik anderhalf uur in de wachtkamer zitten! Er was uitloop. Niet handig want peuter was moe en huilerig. Eindelijk was ik aan de beurt. Men trok even een centimeter over mijn buik om mij op te meten. Als ik niet had gezegd dat ik de baby niet voelde bewegen hadden ze me in 10 minuten zo weer naar buiten gewerkt. Maar nu waren ze gealarmeerd. Ik moest een CTG opname laten maken in het ziekenhuis.
Makkelijker gezegd dan gedaan. Miss G. was doodop. Het regende dat het goot en ik was op de fiets. Het zou nog een hele rit worden naar huis. Ik was al bezig mij zorgen te maken over het avondeten. Deze afspraak zou de planning in de war schoppen. Maar wat moest dat moest. Alleen zou ik het niet redden dus belde ik mijn toenmalige man die zijn ouders regelde. Zij pasten op Miss G. en ik lag een uur aan het apparaat om de activiteit van mijn baby te meten. Niks aan de hand. Het kindje was gewoon rustig. Waarschijnlijk zou de bevalling niet al te lang op zich laten wachten. Dat weekend ging Miss G bij opa en oma logeren.
De vliezen breken
En ja hoor op zaterdagochtend braken de vliezen. Het vruchtwater was helder. De verloskundige kwam even kijken, maar verdween al snel weer. In eerste instantie bleef ik in bed liggen, maar al gauw verruilde ik dit voor de bank ik de woonkamer. De weeën kwamen niet meteen heftig op gang dus het was goed te doen. Ik doodde de tijd met gamen, Wall-E kijken en nog wat andere films. Het kabbelde de hele dag gewoon rustig door. Niks bijzonders. In de avond had ik nog niet echt veel centimeters ontsluiting. Uiteindelijk nam ik het advies ter harte om mij in de slaapkamer af te zonderen en even rust te nemen.
Ik baalde behoorlijk omdat het niks opschoot. In dit tempo zou er morgen nog niks zijn. Goedbedoelde adviezen als dat ik de nacht maar moest gaan slapen, vond ik verschrikkelijk. Ik sliep al niet geweldig en nu kon ik helemaal niet meer slapen. Die baby moest er uit! Maar zoiets dwing je niet af.
Nadat de verloskundige in de avond nog even kwam kijken, vermoedde ze dat er deze nacht waarschijnlijk niet veel zou gebeuren. Morgenochtend konden we naar het ziekenhuis en zouden zij het overnemen. Toen ze op het punt stond om weg te gaan, werden de weeën een stuk heftiger. In tegenstelling tot bij de eerste bevalling wist ik dit maal veel beter wat ik moest doen. Instinctief wist ik ook beter wat ik een prettige houding vond. Voor mij ging dit het beste op handen en knieën in bed. Licht uit, geen herrie om mij heen. De verloskundige bleef even op een stoel in de kamer zitten en gaf aan dat als het zo doorzette ik misschien toch eerder die nacht naar het ziekenhuis kon. We moesten tegen een uur of 24 maar bellen. Dat werd eerder. Tegen 22:00 uur wilde ik naar het ziekenhuis omdat ik het niet meer trok en ‘iets wilde hebben’ tegen de pijn.
Weer geen recht op pijnbestrijding
Zo kwamen we in het ziekenhuis aan met iets van 7,5 centimeter ontsluiting. Het was 2008 en vrouwen hadden recht op pijnbestrijding maar dit ging voor mij ging niet op. Ik was te ver om nog iets te krijgen. Ik was woedend en ontplofte daar in de verloskamer tegen het personeel. Naar mijn mening had ik niet voor niets met de gynaecoloog gesproken. Het was mijn lichaam en ik wilde bepalen hoeveel pijn ik wilde doorstaan. Niet de stuurlui die aan wal stonden en vanaf hun positie vonden dat ik het wel goed deed. Van de vorige keer wist ik nog dat dit de fase kon zijn waarin de boel stagneerde en ik gerust 1 centimeter per 3 uur opschoot. De gedachte dat ik nog 9 uur moest pijn lijden omdat men meende het zo snel ging trok ik niet. Ik wilde nu iets hebben. En was WOEDEND en schreeuwde dat de hele zwangerschap iedereen alleen maar naar de baby keek en niet naar mij. Ik was het zat!
Alhoewel ik niet tevreden was geweest over de verloskundigenpraktijk, kon ik het goed vinden met de verloskundige die mij begeleidde. Tijdens de routinecontrole waren we elkaar telkens misgelopen. Natuurlijk is het raar om dan als eerste kennis te maken terwijl iemand tussen je benen zit. Maar het klikte. En dankzij haar inspanningen kreeg ik uiteindelijk toch mijn injectie met pethidine. Ik werd er meteen een stuk rustiger van. Wel mocht ik niet meer rondlopen.
Eerst lag ik op mijn rug maar zo kon ik geen weeën opvangen dus draaide ik eigenwijs naar een positie op mijn handen en knieën. Uren gingen er voorbij. Ik moet een beetje ingedommeld zijn want op een gegeven moment kwam er een klinisch verloskundige binnen met de mededeling dat het allemaal net iets te rustig was in de verloskamer. Ze wilde me iets geven zodat de weeën heftiger werden en de bevalling opschoot. Ik raakte totaal in paniek. Okay het was niet zo dat ik geen pijn meer voelde, maar ik had meer rustmomenten tussen de weeën. In dit tempo kon ik het wel opvangen. Van mij hoefde het echt niet heftiger en ik begon dan ook flink te protesteren. Gelukkig voor mij deed ze eerst een intern onderzoek voordat men mij aan de weeënopwekkers legde.
Wat bleek: ik had volledige ontsluiting! Nu wist ik dus dat ik de weeën mocht gebruiken om te persen. Dat liet ik mij geen 2 keer zeggen. Net zoals de vorige keer ging het persen mij goed af. Ik ging van 20 minuten uit op basis van de vorige keer. Maar na 9 minuten was Miss B. geboren. Van tevoren had ik aangegeven dat men de baby eerst even wat meer schoon moest maken voordat ze haar aan mij overhandigden. Dus dit keer geen rare kreten van mij. Wel voelde ik me zo misselijk dat ik haar al snel aan haar vader gaf. Ik was bang dat ik haar zou laten vallen en kon het even niet hebben om een baby vast te moeten houden.
Gedoe met de placenta
Bovendien werd mijn aandacht gevraagd voor de placenta. Deze moest nog geboren worden en blijkbaar had men haast. Naast persen drukte men uit alle macht op mijn buik. Een ander trok aan de aders. Dat kon natuurlijk niet goed gaan…en ja hoor. Toen het er helemaal uit was, bleek er een stukje te ontbreken. Waarschijnlijk zat dat nog in mijn baarmoeder.
Voor ik het wist werd er een echo apparaat en extra medisch personeel de verloskamer ingereden. De jacht naar het ontbrekende stukje werd geopend. Flarden van lompe opmerkingen zoals “Dat is best lastig kijken, want zo pas na een bevalling ziet het er natuurlijk binnenuit als een mijnenveld…”, ving ik op. Men leek zich niet te storen aan dat ik er ook nog lag en het om mijn lichaam ging. Gelukkig vonden ze het ontbrekende stukje in het mijnenveld. Direct werd er een belletje gedaan met de operatiekamer. Of ik daar over iets minder dan een uurtje terecht kon. Dat bleek niet mogelijk dus moest ik in de verloskamer blijven. Tijdens de bevalling kon ik niks eten of drinken. Ik was totaal op!
Voor de operatie moest ik nuchter blijven en mijn buik knorde toch al een beetje. Het enige wat ik mocht was een infuus voor wat extra vocht. Deze werd 2 keer verkeerd gezet. Doordat ik later dan gepland bij de operatiekamer terecht kon, kon ik ook niet gebruik maken van het aantrekkelijke aanbod dat zij de hechting zouden zetten. Dat moest de verloskundige doen. Na een spuit waardoor ik zowat tegen het plafond schoot, plaatste ze secuur een aantal hechtingen. Hierna was het klaar. Al het medisch personeel verdween en ik bleef achter met Miss B. in haar bedje. Rust! Eindelijk kon ik mijn dochter even goed bekijken en familieleden laten weten dat ik bevallen was van een dochter. Pas toen drong het tot mij door. Maar ook het besef dat ik nog niet ongestoord thuis kon genieten. Eigenlijk wilde ik gewoon naar huis en ik moest vechten tegen de tranen.
Ik wil naar huis!
Uiteindelijk werd ik opgehaald voor de operatie. Ik kon kiezen tussen een plaatselijke of algehele narcose. En koos voor deze laatste optie. Toen ik weer wakker werd, lag ik op een kraamkamer met mijn dochter naast mij. Ook mijn oudste dochter kwam even later kennismaken met haar zusje. Ondanks alles ging het redelijk goed en deed ik zelfs een poging om op te staan. Dat ging goed. Wel wilde ik de nacht in het ziekenhuis blijven. Miss G. had namelijk de eerste nacht niks anders gedaan dan huilen omdat ze honger had en de borstvoeding niet lukte. Dat wilde ik voorkomen. Hier hadden ze melk en personeel dat zich over mijn kind kon ontfermen.
In de praktijk was het toch een beetje anders. Ik werd gewoon wakker gemaakt om mijn kind te voeden zodra ze huilde. Niet alleen werd ik wakker van mijn eigen kind maar ook van de andere 2 baby’s die op de kamer bij hun moeder lagen. Daarnaast was het erg licht op de kamer en liep er om de haverklap personeel binnen. Toen ik tegen half 6 wakker werd gemaakt om bloed te prikken wist ik het zeker: ik wilde naar huis, daar zou ik meer rust krijgen.
Gelukkig bleek de bloedtest goed en voor de middag lag ik in mijn eigen bed met mijn nieuwe dochter. Een heerlijke kraamweek volgde waarin ik echt op een roze wolk zat. Miss B. was een modelkind waarbij borstvoeding geven zoveel beter ging. Geen stress, geen gedoe gewoon een tevreden baby. Zo kon het dus ook. Net zoals bij Miss G werd ik weer overspoeld door dat niet te beschrijven verliefde moedergevoel. En leerde dat het uiteindelijk niet zo uitmaakt of je een kind nu plant of niet.
Dat we hierna zo snel van deze wolk af zouden vallen, kon ik toen niet vermoeden. Miss B. kreeg hersenvliesontsteking. In Kraamweek nachtmerrie deel 1 vertel ik je hier meer over.
1 Comment
Tamara
14 mei 2015 at 09:41Jeetje wat eem bevalling zeg! Wat vreselijk dat je niet serieus genomen werd door je verloskundige! Dat is juist iemand waarvan je de steun goed kunt gebruiken!